Functionele indicaties
Klinische indicaties:1. Varkens: infectieuze pleuropneumonie, ziekte van hemofiliebacteriën, streptokokkenziekte, mastitis, mond-en-klauwzeer, gele en witte dysenterie, enz.
2. Runderen: luchtweginfecties, longziekten, mastitis, hoefrot, kalverdiarree, etc.
3. Schapen: streptokokkenziekte, pleuropneumonie, enterotoxemie, luchtwegaandoeningen, enz.
4. Pluimvee: luchtwegaandoeningen, colibacillose, salmonellose, infectieuze serositis bij eenden, enz.
Gebruik en dosering
Intramusculaire of intraveneuze injectie. Eén dosis per 1 kg lichaamsgewicht, 1,1-2,2 mg voor runderen, 3-5 mg voor schapen en varkens, 5 mg voor kippen en eenden, eenmaal daags gedurende 3 opeenvolgende dagen.
Subcutane injectie: 0,1 mg per veer voor 1 dag oude kuikens. (Geschikt voor drachtige dieren)